Doorgaan naar hoofdcontent

Pakkende woorden


Hieronder een bericht dat Jonathan Cardoen vandaag op Facebook plaatste. Jonathan is nationaal partijsecretaris van CD&V en maakt ook deel uit van de lokale bestuursafdeling. Hij heeft de terreur van vorige week van zeer nabij meegemaakt... Pakkend...


Di 22/3 9u14, ik zit op een ontbijtvergadering in Beringen samen Wouter Beke. Het nieuws van Zaventem neemt over. Een collega belt: "Er is een bom ontploft aan het partijgebouw". Dan wil je maar één ding: zo snel mogelijk naar daar. En bij Wouter hetzelfde. We springen bij Pikke, de chauffeur van Wouter, in de auto en 'vliegen' naar Brussel. In de auto proberen we zicht te krijgen en ik laat (9u25) aan de collega's weten Brussel te vermijden. Al snel is het ons duidelijk dat niet het gebouw maar de metro onder ons is getroffen en met alle collega's in huis alles ok is. Een 30-tal collega's die al in huis waren worden geëvacueerd. Ik begrijp dat meer en meer gewonden 'boven komen' en spontaan wordt ons gebouw opengesteld.
De radio spreekt van een aanslag "aan het CD&V kantoor". De telefoons en sms's nemen toe, ook bij Wouter. Van bezorgde leden en ministers, van familie en collega's. Ook van de media. Al snel (9u33) kan ik aan de collega's laten weten dat met de collega's in huis ok is. Met een tweet - in z'n situatie goud waard voor externe en interne communicatie - laten we weten niet getroffen te zijn.
Op Twitter wordt nu gesproken van 10 doden. De ongerustheid over collega's die onderweg waren met de metro neemt toe. Het eerste kwartier was er nog bereik, daarna het netwerk overbelast. Collega's op de Wet89 trachten iedereen te bellen met de vaste lijn. Zelf proberen Wouter en ik met collega's in contact te komen. Via mail, sms of WhatsApp. Bericht: "Bart zou gewond zijn". Gelukkig kreeg ik hem snel aan de lijn. Vals alarm. Rond 10u10 moet iedereen wegens nieuw explosiegevaar het gebouw verlaten. Waar naartoe? De collega's van de Vlaamse fractie staan klaar om ons te ontvangen. Iedereen wordt bijeen gebracht voor de tocht en vragen aan alle collega's die 'rondzwerven' in Brussel naar de Vlaamse fractie te komen. Van drie collega's ontbreekt nog steeds elk contact.
Ondertussen arriveren we in Brussel. We geraken tot Berlayment met de auto. We willen zo snel mogelijk bij de collega's geraken maar de perimeter is uitgebreid en geen doorkomen aan. We lopen een hele toer rond - ja, ik ontdek dat Wouter zijn conditie is beter dan de mijne - en 'vinden' de groep aan Orbanplein (Raad van State). Je ziet direct die blikken op oneindig, die aangeslagenheid. Ze komen "uit oorlogsgebied".
Twee collega's zijn nog blijven helpen in Thon hotel iets verder op dewelke nu een veldhospitaal is geworden. De laatste drie collega's zijn gehoord. Om 11u25 kunnen we laten weten dat alle collega's in orde zijn. Een klein mirakel. We trekken te voet verder naar de Vlaamse fractie - doorheen het voortdurend aanrijden van hulp- en veiligheidsdiensten - als een soort 'kudde' die niemand achterlaat.
In de Vlaamse fractie is het een 'blij weerzien'. De tranen vloeien. Drie collega's zaten in de metro die Maalbeek ging binnenrijden en ontsnapten aan het ergste. De meeste zien nu pas de beelden en beseffen dat er ook veel doden zijn gevallen.
We gaan op zoek naar trauma begeleiding en professioneel advies. "1ste dag adrenaline en praktische zorgen, tweede dag de klop."
Omdat ieder halsoverkop is moeten vertrekken duiken de eerste praktische zorgen op. Mijn handtas, mijn huissleutels,.... . Hoe zit het voor morgen, de politie vraagt onze bewakingsbeelden op, enz...
Wouter heeft geregeld dat hij even onder politiebegeleiding naar het gebouw kan. Met een lijstje in de hand van collega's ga ik mee.
Het is er muisstil. De sfeer zenuwachtig. Zeer bevreemdend. De geur verraadt de ramp.
In ons cafe in de Wet89 de resten van een in der haast opgetrokken en terug verlaten veldhospitaal. We gaan de bureaus af en verzamelen het gevraagde materiaal. Tegen 15u begint het puzzelen om iedereen thuis te krijgen. Wat lukt - met veel dank aan de collega's van de Vlaamse fractie.
Wouter neemt me, en twee collega's, terug mee naar Limburg. We bekijken in de auto onze bewakingsbeelden. Hier zie je goed hoe onze collega's in actie schieten, water en dekens aandragen, mensen verzorgen, de hulpdiensten toekomen. De gewonden krijgen 'labels' van een arts. Rode en Gele zijn niet prioritair. Later leer ik dat Geel wil zeggen: licht gewond. Rood: te zwaar gewond en haalt waarschijnlijk niet. Bikkelhard. Voor onze deur krijgen twee mensen een rood label.
De vragen van de media nemen toe. Enkele collega's doen hun verhaal. Met Wouter gaan we naar de VRT, nog een live voor TV Limburg en dan nog VTM. Voor dit laatste passen we, gelukkig kunnen we mee met TV Limburg naar huis. Die eerst nog even langs de luchthaven van Zaventem moeten. Om 21u ben ik thuis en zie ik voor het eerst tv beelden.

De volgende dag komt een gespecialiseerde firma de Wet89 'proper maken'. Bij aankomst 's morgens blijkt het meeste weg te zijn. Werk van de Civiele bescherming. "Minste wat we konden terug doen" zei de politieman die onder indruk was van onze hulp de dag ervoor.
Met Wouter en enkele collega's bereiden we de dag voor. 's Middags verzamelen we terug met de collega's om 'bij te praten', in de namiddag gaan we in groep even terug naar de Wet89. Met de politie kunnen we gelukkig afspreken om even in de perimeter te komen en bloemen neer te leggen voor onze deur. Het wordt een emotioneel moment. De beelden en verhalen komen terug.
Niet veel laten passeren ook de Koning en Koningin.

"Praten en terug routine opbouwen" krijgen we als advies. Donderdag kunnen we terug in ons gebouw en starten we terug op. We voorzien psychologische begeleiding met enkele groepsessies.
Veel wordt er niet gewerkt. We praten en luisteren veel. Wat duidelijk goed doet. Wie er niet bij was voelt zich schuldig. Wie onmiddellijk naar buiten is gegaan langs achter (zoals moest) voelt zich schuldig niet mee geholpen te helpen. Wie heeft geholpen, vraagt zich af of hij of zij juist heeft gedaan en niet meer kon doen. Vele vragen duiken op. En wat met besmettingsgevaar, hoe zou het zijn met de Italiaan, zou dat meisje het gehaald hebben, kunnen we naar de begrafenis van de vrouw in de hoek, ...
Neen, het is nog niet gedaan. Dit blijft nazinderen. Maar ben echt fier. Op de daad- en veerkacht van onze medewerkers. En in alle ellende echt WIJ gevoeld. Als groep komen we hier sterker uit. Ook de vele waardering en bezorgdheid van heel Politiek Brussel deed deugd.
Voila, beetje langer dan gedacht, maar heb het van me afgeschreven.